Besparen van erfbelasting

Door het tijdig doen van schenkingen kunnen ouders er voor zorgen dat er bij hun overlijden erfbelasting wordt bespaard. Ieder jaar mag aan een kind een bedrag van circa  € 5.675 schenken, zonder dat er schenkbelasting verschuldigd is. Op die manier kan er vermogen worden overgeheveld naar de kinderen waardoor het vermogen van de ouders wordt verkleind.
Veel ouders maken al gebruik van deze jaarlijkse schenkingen. Door op tijd te beginnen, kan bewerkstelligd worden dat het vermogen zodanig wordt verkleind dat de top van de erfbelasting (20%) niet wordt gehaald en er tegen maximaal 10% erfbelasting kan worden vererfd.
Bij grotere vermogens is het niet genoeg om de jaarlijkse schenking van het vrijgestelde bedrag te doen, en moeten er rigoureuzere maatregelen genomen worden om er voor te zorgen dat de top van het erfbelastingtarief wordt afgehaald. Ook kunnen de kleinkinderen (al dan niet bij testament) worden betrokken in het schenkingsplan.

Er zijn hogere vrijstellingen waar éénmalig een beroep op kan worden gedaan als het kind tussen de 18 en 40 jaar oud is. Zie schenkbelasting.

Zit het vermogen van de ouders vast in het eigen huis, maar willen de ouders met het oog op toekomstige besparing van erfbelasting of met een opname in een verpleeghuis toch schenkingen doen, dan kan dit door het doen van schenkingen op papier.

In verband met de fictiebepaling van artikel 12 Successiewet worden schenkingen die binnen 180 dagen (6 maanden) vóór het overlijden van de schenker zijn gedaan toch als een erfrechtelijke verkrijging beschouwd. Dat wil zeggen dat er dan toch erfbelasting over het geschonken bedrag wordt geheven.

Wilt u meer informatie? Wij kunnen u helpen met het plannen van schenkingen.


 

Wet Langdurige Zorg

Niet alleen de erfbelasting is een bron van toekomstig gevaar voor het afpakken van het vermogen. Ook de opname in een tehuis  (zorginstelling) is een aanslag op uw spaargeld. Wie aardig wat vermogen heeft opgebouwd, betaalt voor dezelfde zorg veel meer dan iemand zonder vermogen.  Op grond van de Wet Langdurige Zorg (vroeger AWBZ) wordt er een maandelijkse eigen bijdrage in rekening gebracht die behoorlijk kan oplopen. Hierdoor moet het vermogen worden aangewend om de maandelijkse bijdrage te kunnen betalen. Het gespaarde vermogen moet dan  worden aangesproken om de eigen bijdrage van te kunnen betalen. Veel mensen denken dat ze hun eigen huis moeten “opeten”, maar gelukkig is dit niet direct aan de orde. Ook kan de eigenbijdrage gunstig worden bijgesteld als er op tijd met het doen van schenkingen wordt begonnen.

De hoogte van de eigen bijdrage hangt af van het verzamelinkomen (box 1) van twee jaar terug plus 4% van de grondslag sparen en beleggen (box 3). Er zijn ook aftrekposten:
– de verschuldigde belasting;
– premie ziektekostenverzekering;
– zak- en kleedgeld;
– 15% van de inkomsten uit tegenwoordige arbeid;
– aftrek wegens pensioengerechtigde leeftijd

Bij een tijdelijk verblijf of bij de eerste 6 maanden van een permanent verblijf in een zorginstelling wordt er een lage eigen bijdrage gerekend.
Na 6 maanden wordt de hoge eigen bijdrage in rekening gebracht. Hiervoor geldt geen minimum, maar wel een maximum van circa € 2.500 per maand.

Het CAK geeft een beschikking af met de hoogte van de eigen bijdrage. Zij vragen de inkomsten/vermogens gegevens van twee jaar vóór de opname op bij de belastingdienst. Hiervoor is de toestemming van degene die wordt opgenomen niet nodig.

Op de website van het CAK is een rekenprogramma te vinden waarop een  berekening kan worden gemaakt om een indicatie te krijgen van de eigen bijdrage bij opname in een zorginstelling.