De uitsluitingsclausule

Bij testament of bij een schenking kunnen ouders bepalen dat het te erven/geschonken vermogen (of bepaalde goederen) niet in de huwelijksgemeenschap van hun kinderen valt. Zo kunnen ouders dus voorkomen dat bij echtscheiding van hun kind de ex-schoonzoon of ex-schoondochter er met de helft van het geërfde/geschonken vermogen vandoor gaat. Of te wel: De koude kant wordt uitgesloten.

Maar als het huwelijk van het kind nou eens niet door echtscheiding maar door het overlijden van het kind eindigt? De uitsluitingsclausule zou dan onbedoelde gevolgen kunnen hebben.
Immers, het is vaak de bedoeling van de ouders dat de door hen nagelaten erfenis wél in de huwelijksgemeenschap van een kind mag vallen als het huwelijk van het kind door overlijden eindigt (en het huwelijk van het kind dus niet door echtscheiding is geëindigd).
Daarom kan worden gekozen tussen de “harde” en de “zachte” uitsluitingsclausule.

Bij de harde clausule blijft het geërfde/geschonken vermogen altijd privé van het eigen kind, ook als het huwelijk van het kind niet door echtscheiding maar door de dood wordt ontbonden.

Het is heel verstandig van ouders om een uitsluitingsclausule in hun testament of bij een schenking op te nemen. Het gebeurt maar al te vaak dat een kind de erfenis van zijn eigen ouders met de ex-echtgenoot  moet afrekenen terwijl dit door de deze clausule voorkomen had kunnen worden. Zonde!
Maar ouders dienen zich wel te realiseren dat de harde clausule soms onbedoelde gevolgen heeft als het huwelijk van hun kind door overlijden van het kind eindigt.
Door de harde clausule kan er bij het overlijden van het kind meer erfbelasting verschuldigd zijn dan wanneer de zachte clausule zou zijn opgenomen….